The starting point of the research is the need to refurbish existing residential building stock, in order to reduce its energy demand, which accounts for over one fourth of the energy consumption in the European Union. Refurbishment is a necessary step to reach the ambitious energy and decarbonisation targets for 2020 and 2050 that require an eventual reduction up to 90% in CO2 emissions. In this context, the rate and depth of refurbishment need to grow. The number of building to be renovated...

Naar aanleiding van de herneming van de tentoonstelling over de Turnhoutse School in Eindhoven, onderzoekt het eerste artikel de inspiratiekracht van de woningen van de Turnhoutse School. Zowel het huiselijke modernisme van de eengezinswoningen als de collectieve aspecten van de sociale woonprojecten.

AR-TUR ging samen met architectuurcentrum CAST uit Tilburg op excursie langs woonomgevingen aan weerszijden van de grens. Verslagen door Belgische en Nederlandse bril beschrijven verrassende ov...

Joan Melchior van der Meij (1878-1949) staat, als architect van Het Scheepvaarthuis, bekend als een van de grondleggers van de Amsterdamse School. Terwijl zijn collega's Michel de Klerk en Piet Kramer wereldberoemd zijn geworden, is het leven en werk van Van der Meij altijd in de schaduw blijven staan. Een nieuw standaardwerk over een van Nederlands belangrijkste architecten brengt hierin verandering.

Architectuurhistoricus Michiel Kruidenier en vormgever Paul Smeets werpen aan de hand van ta...

The Why Factory droomt van de Groene Stad. Over de betekenis van het begrip 'groen' heerst verwarring onder ontwerpers, architecten en stedenbouwkundigen. Winy Maas stelt dat groene projecten nog steeds onsamenhangende pogingen zijn waarvan de schaalgrootte het niet haalt bij die van de interventies die in feite nodig zijn. Groen is 'in', maar met het ontwerppotentieel ervan wordt weinig gedaan.Green Dream stelt vraagtekens bij wat tegenwoordig als 'groen' wordt aangemerkt en onderzoekt in sa...

'Lange Lijnen in Nieuw-West' geeft een analyse van de structuur van de Westelijke Tuinsteden van Amsterdam en van de kwaliteit van de lanen, de grachten en het parkenstelsel in dit deel van de stad. Het plaatst kanttekeningen bij de ontwerpaanpassingen die sinds het vaststellen van het Algemeen Uitbreidingsplan in 1934 zijn doorgevoerd, en doet suggesties voor methoden om de kwaliteit van het gebied ook tijdens de herstructurering te waarborgen.