Nootboek (M. Martens & H. van Eerden) richt zich op de kennis en kunde van studenten aan de pabo en biedt deze meer dus meer dan enkel ‘Eigen vaardigheid’. De methode is een ‘blended leermiddel’, dat wil zeggen: een combinatie van meer dan één drager. In het geval van Nootboek zijn dat een digitale component (de website) en een werkboek.

Nootboek in een notendop

Nootboek richt zich op de kennis én kunde van de student.

Nootboek gaat verder dan enkel ‘Eigen vaardigheid’.

De stud...

Het boek is een bronnenboek voor bewegingsonderwijs aan kleuters in het speellokaal. Het bevat bewegingsactiviteiten, speelactiviteiten waarbij kinderen verschillende bewegingservaringen opdoen. Aandacht wordt besteed aan de zorg voor bewegingsontwikkeling.

Als je door het boek bladert zie je veel kleuren en plaatjes en dat is ook precies de bedoeling. Ik wil je met het boek enthousiasmeren en inspireren om in je klas meer ruimte voor motoriek te creëren. Dit doe ik door de bromtol als metafoor te gebruiken, omdat een bromtol voor mij het symbool is van verwondering.

De hoofdstukken waarin ik de transfer maak naar de praktijk ben ik het meest trots op. In deze hoofdstukken wil ik je uitnodigen om keuzes te durven maken om meer ruimte voor moto...

Meten en meetkunde zijn twee domeinen die sterk met de realiteit verbonden zijn. Dit deel van de driedelige serie Reken-wiskundedidactiek beschrijft deze domeinen, hun onderlinge samenhang en hoe er tijdens de gehele basisschoolperiode op betekenisvolle wijze aan kan worden gewerkt.. Voor grootheden als lengte, oppervlakte en inhoud wordt uiteengezet hoe kinderen inzicht in het metriek stelsel verkrijgen. Ook beschrijft het boek hoe je kinderen greep kunt laten krijgen op de verschillende dee...

Over het signaleren en volgen en helpen van kinderen in hun motorische ontwikkeling met het Leerlingvolgsysteem bewegen en spelen (4ST), inclusief interventiemogelijkheden voor kinderen met een bewegingsachterstand.

Zorg voor beweging in de PABO / ALO

Het 2 boeken Zorg voor beweging in de PABO en in de ALO zijn samengevoegd tot kortweg 'Zorg voor beweging'. De inhoud is hetzelfde!

Als kinderen met plezier en interesse lezen, lezen ze meer en beter. Kinderboeken zijn daarom belangrijk voor de leesbevordering. Leesbevordering zou daarom de basis van het lesonderwijs moeten zijn. Dat is het uitgangspunt van dit handboek. Daarin heeft de leescoördinator de rol van spin in het web. Een adequate schoolbibliotheek is de motor. De boekenkring zorgt voor een verbinding van de werkvormen als rotonde van de leesbevordering. De visie van leesbevordering is voorzien van vele prakt...

Dit boek bevat alle lettervormgevingskennis en didactische kennis die nodig is om het kind in de basisschool op verantwoorde wijze te begeleiden bij de handschriftontwikkeling. Het is met name geschreven voor de aanstaande leerkracht maar geeft inzicht en kennis aan allen die te maken hebben met handschriftontwikkeling.

Jonge kinderen staan op een heel eigen wijze in de wereld. Ze zijn nieuwsgierig en vol verwondering. Door te spelen en te onderzoeken, in een actieve interactie met andere kinderen en volwassenen, verwerven ze nieuwe inzichten en vaardigheden en leren ze zichzelf en de wereld om hen heen steeds beter kennen en begrijpen.In dit boek staat de eigenheid van jonge kinderen centraal. Een eigenheid die vooral is te herkennen in de nieuwsgierigheid en verwondering die peuters en kleuters laten zien ...

Als bewegingsonderwijzer is het je doel om leerlingen te leren om beter te bewegen. Dat gaat niet vanzelf. Daarvoor heb je als docent kennis over bewegen nodig. Want waarom kies je eigenlijk voor een kleine knuppel als je gaat softballen met een brugklas? Waarom zeg je tegen leerlingen dat je je klein moet maken bij een salto? En waarom is een ingewikkelde techniek als de fosburyflop efficiënt bij het hoogspringen? Van veel van deze keuzes in arrangement of leerhulp weet je gevoelsmatig dat ...

Het Brein van het jonge Kind is een analyse van de fysieke en psychologische ontwikkeling van het jonge kind tussen de 0 en 6 jaar. In deze periode leert het kind motorische coördinatie, spreken, zich aan te passen aan zijn omgeving, leert hoe te werken, ontwikkelt zijn wil en bouwt zijn karakter op. Maria Montessori beschrijft de unieke mentale krachten van jonge kinderen die hun in staat stellen alle elementen van het menselijke karakter te vormen en vast te leggen.