J.C.C. den Beer Poortugael (1832-1913) is een van Nederlands markantste officieren uit de negentiende eeuw: geen houwdegen maar een verfijnde intellectueel die met groot gezag over tal van militaire en politieke onderwerpen schreef. Hij ontpopte zich vooral als een autoriteit op het terrein van het volkenrecht en het humanitair oorlogsrecht. Ook was hij korte tijd minister van Oorlog. In zijn Levensschets doet Den Beer op boeiende wijze verslag van zijn veelzijdige officiersbestaan. Het ene m...

J.M. (Jan) van Hardeveld (1891-1953), architect te Amsterdam, heeft in zijn omvangrijke oeuvre alle toen gangbare stijlen toegepast. Gedurende zijn hele carrière heeft hij de flexibiliteit gevoeld om te ontwerpen op een wijze, die hem en zijn opdrachtgevers uit de verschillende gremia passend achtten. Die veelzijdigheid is ook terug te vinden in zijn vele functies en publicaties, waarin hij die pluriformiteit in bouwen bepleitte. Die houding leidde er wel toe dat hij, bekeerling tot het kath...

Over de geschiedenis van Haarlem is veel geschreven. Tot op heden ontbreekt echter een overzicht. Klemann is hoogleraar sociale en economische geschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en dat is in dit boek duidelijk merkbaar. De economische geschiedenis is hier de basis van de stadsgeschiedenis. De plaatselijke geschiedenis is aantrekkelijk voor inwoners, omdat het gaat over de eigen omgeving. In het prachtige historische centrum ligt de geschiedenis als het ware voor het oprapen.

'Tussen de vier zeeën zijn wij allen broeders.' Die uitspraak van de Chinese wijsgeer Confucius haalde Thung Tjeng Hiang (1897-1960) graag aan. En hij interpreteerde de betekenis ervan breder dan Confucius die had bedoeld: niet alleen binnen China waren allen broeders, maar ook wereldwijd waren alle mensen broeders. Dat paste bij zijn positie als 'wereldburger', een term die tijdens zijn leven nog niet werd gebezigd, maar die wel op hem van toepassing was. Hij was immers zelf Chinees, maar o...

In 1854 begon de geschiedenis van een Amsterdamse diamantslijperij, opgericht door schoenlapper Joseph Asscher. Zijn zoon won in Londen het vertrouwen van De Beers, de grootste producent van ruwe diamant. Zijn kleinzoons verkochten geslepen diamant aan de elite in Parijs en na het slijpen van de Cullinan, de grootste diamant die ooit gevonden werd, kwamen zij zelfs op de thee bij de Engelse koning. In eigen land ontwikkelde zich een haat-liefde verhouding met een van de eerste vakbonden en bo...