Een leerlingvolgsysteem als dat van het CITO bestaat bij de gratie van het leerstofjaarklassensysteem. Als de leerstof niét per leerjaar was vastgelegd voor àlle leerlingen van de groep, zou het CITO niet haar halfjaarlijkse toetsen kunnen maken. Daarmee wordt immers steeds de aangeboden leerstof van het afgelopen half jaar getoetst.

De zwakke leerlingen scoren een D of E en men spreekt over een "leerachterstand". Zij konden het tempo niet bijbenen.

Het begrip "achterstand" bestaat echter all...

Sinds de start van de basisschool in 1985 zou de school aan àlle leerlingen een ononderbroken ontwikkeling dienen te garanderen. De maatregelen van het doubleren en overslaan van een klas zijn daarmee in strijd.

Zwakke leerlingen hebben méér leertijd nodig en begaafdere leerlingen moeten kunnen versnéllen.

Helaas blijven jaarlijks nog duizenden leerlingen op de basisschool zitten.

Henk Boonstra bespreekt het rapport van de Europese Commissie over doubleren (2011) in de EU en biedt een pe...

Toetsen, zoals de halfjaarlijkse toetsen van het CITO-LVS, haar Eindtoets in groep 8 en de WISCAT-pabo, werken met een simpele "goed/fout" beoordeling.

Men maakt geen onderscheid in de "onjuiste antwoorden" in "denkfouten" en "vergissingen", terwijl dat onderwijskundig gezien essentieel is.

Na denkfouten moet nieuwe instructie door de leraar volgen anders slijpt de denkfout in, maar vergissingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld een zwakke motivatie, zwakke concentratie, te vlug willen werken, p...