Verdun is een pleidooi voor “micro-geschiedenis”. Zijn vader was in '40-'45 actief in het verzet, de auteur in de buitenparlementaire beweging van de jaren tachtig. Geen van beiden zijn lid geweest van een afgebakende, welomschreven groep. Onderduikorganisaties, knokploegen of kraakbewegingen, het zijn mooie verzamelnamen voor in geschiedschrijvingen en herdenkingsjaren. Maar ze beschrijven niet de werkelijkheid van oorlog en illegaliteit.
“Mijn vader en ik waren allebei, ieder in onze eigen tijd en in onze eigen omstandigheden, onderdeel van een legertje mannen en vrouwen voor wie het gevaarlijk was bij naam bekend te zijn. Wij waren allebei omringd door zowel penose als engelen. Wij waren allebei het ene moment trouw en even later wetbreker. En wij waren allebei eenzaam op de momenten waarop we onze morele afweging moesten maken.”