25-35% van de kinderen en jongeren tussen 4 en 25 jaar heeft last van aanhoudende lichamelijke/mentale onbegrepen klachten. Wij, de omringende volwassenen, zijn vanuit een goede intentie geneigd met onze overtuigingen en oplossingen voor hen te komen. We luisteren niet (voldoende) of pas in een later stadium naar het kind. Er gebeurt wat we helemaal niet willen, we verliezen de verbinding met het kind. De aanvankelijk vage klachten nemen in hevigheid toe of worden chronisch.
Dit heeft behalve op het kind en het gezin veel impact op het schoolse en sociale leven. Het kind komt uiteindelijk in de hulpverlening terecht. Dit proces kan voor de meeste kinderen al in een vroeger stadium doorbroken worden doordat wij, de volwassenen, sneller en beter signaleren en goede gesprekken met het kind daarover aangaan. Dit boek laat zien hoe je signalen kunt oppakken, hoe je op de juiste manier gesprekken voert en hoe je samen tot een oplossing komt.