Iedere (nieuwe) groep doorloopt de welbekende fases van groepsvorming. In de meeste gevallen ontstaan sympathieke, effectieve en veilige groepen, waarin leerlingen zich fijn voelen, samenwerken, fouten durven maken en initiatief tonen. Er zijn echter ook groepen waarin er reden en ruimte is voor negatief leiderschap. In deze groepen is vaker sprake van macht, intimidatie, uitsluiting, ruzie, onrust, roddelen en pesten. Potentiële positieve leiders krijgen geen voet aan de grond.
Vanuit de gedachte dat mensen sociale wezens zijn, met een sterk verlangen om bij een groep te horen, ontwikkelde Barry Redeker de Ringaanpak. Deze groepsdynamische benadering gaat uit van een systemisch geheel. In deze herziene editie wordt niet alleen gekeken naar wie welke plek inneemt ten opzichte van de onveiligheid, maar worden alle betrokken factoren belicht. Welke leiderschapsstijl zien we bij de leraar? In welke context functioneert deze groep? Wat is hun voorgeschiedenis? Voelt deze groep zich wel een groep? Zijn de procedures duidelijk en voorspelbaar? Is er voldoende geïnvesteerd in de groepsvormende periode?
De basis van de Ringaanpak, bestaande uit acht concrete stappen, vormt na het begeleiden van vele groepen in het basis- en voortgezet onderwijs nog altijd de rode draad. In deze editie wordt er nadrukkelijk meer aandacht besteed aan de context van de groep. Aan welke systemische knoppen kunnen we allemaal draaien om de werksfeer in de groep en de sociale veiligheid te verbeteren?