Het onderzoek naar liefde voorbij de grenzen
van het individuele zelf laat ons zien dat
non-duale liefde de ware aard van alles is,
en daarmee van onszelf.
Liefde is niet alleen een van de transformerende krachten van het spirituele pad, in feite zijn wij liefde. A. H. Almaas neemt ons mee voorbij een beperkt, individualistisch inzicht in wat
liefde is en laat ons de onbegrensde dimensie van goddelijke liefde zien. Goddelijke liefde is niet de liefde die we voelen voor een ander, goddelijke liefde is non-duale liefde en
kent geen grenzen. Juister gezegd: het is de non-duale ware aard die wij ervaren als liefde.
Als we in plaats van ons te richten op de ervaring van de individuele persoon, kijken
naar de ervaring van de totaliteit van het bestaan, dan gaan we onze ware aard ontdekken, vrij van belemmeringen. Dat geeft een gevoel van totale vrijheid en vreugde, van bevrijding
van conflicten, angsten, onzekerheden en zorgen.
Almaas bespreekt wat verhindert dat wij ons op deze manier bewust worden van onze ware aard: ons geloof in een afzonderlijk zelf en onze conditionering als kind. Om dit nader te onderzoeken, bevat elk hoofdstuk een oefening waarin een belangrijk thema aan bod komt, zoals gehechtheid, wereldlijke verlangens, de eenheidservaring en genade. Aan de antwoorden van studenten en het commentaar daarop van Almaas zelf kan de lezer zijn eigen ervaringen spiegelen en zo zijn inzicht in de verschillende aspecten van de ervaring van non-duale liefde vergroten.