‘Op een dag kwam Bram langs bij mij in mijn spreekkamer. Hij was heel lief en vroeg: ‘hoeveel gebruik je nu per dag?’ Diverse Vlaamse apotheekhouders hadden hem uiteindelijk gealarmeerd gebeld toen ik steken begon te laten vallen. Zo gaf ik het kortingspasje van de ene apotheek aan de assistente van een andere. Ik was niet alert genoeg meer. In plaats van mij uit te foeteren, was mijn vriend zachtmoedig. De veroordeling die ik voor mijzelf in petto had, speelde kennelijk niet bij hem. Ik antwoordde: ‘ik durf het niet te zeggen. Het is zo gênant.’
‘Zal ik ernaar raden?’, vroeg hij.
‘Graag’, antwoordde ik naar waarheid.
‘Twintig?’
‘Meer. Veel meer.’
‘Dertig?’ De verbazing klom langzaam in zijn stem.
‘Helaas, meer.’
Bram krijgt een hoge stem als hij verbaasd is. ‘Veertig, nee toch?’
‘Vijfenzestig’ zei ik, werkelijk ten einde raad.
‘Vijf-en-zestig?!? Dat meen je niet...’
‘Toch wel.’
‘Dan gaan we hulp voor je zoeken. Niet in een kliniek. Dat is traumatisch voor je verlopen. Ik ken een goed bureau. Dat begeleidt je, ziet erop toe dat je kalm kunt afbouwen. Niet meer die nachtmerrie van Madrid. Ik bel ze nu. Ga je akkoord?’
‘Ja, ik wil toch leven.’ Ik verbaasde mijzelf. Dat wist ik niet, dat dat nog kon.
Meindert Inderwisch, voormalig N.A.P.-geregistreerd psychotherapeut en twintig jaar werkzaam binnen de G.G.Z.-verslavingszorg, vertelt openhartig over zijn verslaving (in remissie) aan slaappillen. Hij kijkt van buiten (psychotherapeut) naar binnen en van binnen naar buiten (als ervaringsdeskundige). Zijn doel is om de, grotendeels verborgen, groep medicijnverslaafden (meer dan één miljoen geregistreerd in Nederland) te voor zien van een voorlichting die, tot nu toe, schromelijk tekortschiet. Hij biedt diverse wegen aan om ‘vrij’ te worden en geeft aan de hand van zijn eigen ervaringen en die van zijn cliënten, aan wat wél en wat vooral niet te doen, wanneer je er klaar voor bent om aan de ondoorzichtige wereld van de medicijnverslaving te ontsnappen.