Onder het mom van een 'aangename kennismaking' wordt een bibliothecaris tijdens zijn zorgverlof geconfronteerd met de publicatie van zijn 'onwelgevallige boek met problematische inhoud'. Gewapend met wijsheid en een onbreekbare krijgersgeest weert hij zich meermaals tegen de gemeentelijke marionetten. Op meesterlijke wijze beschrijft Erwin Pasmans zijn eigen tocht naar de metaforische slachtbank - die even voorheen door zijn terminaal zieke moeder voorspeld werd - en houdt de lezer de onbehaaglijke realiteit voor hoe het vrije denken, spreken en schrijven in ijltempo zwaar onder druk is komen te staan.
De Macht van de Onmacht leest als een bitterzoete roman maar is in werkelijkheid een vlijmscherpe weerspiegeling van het lot van een waarheidsschrijver die zich een weg baant door een hachelijk orwelliaans tijdsgewricht. Smadelijk bespot en weggehoond door de menigte, maar toegelachen door God, ontdekt de auteur de weg die tot zichzelf leidt. In een verrassend slot laat hij zich in onvoorwaardelijke overgave vallen in de armen van dichter Kahlil Gibran.