De verhalenbundels De ruïne van een kathedraal (1996) en De taal van de aarde (1997) van Boeli van Leeuwen zijn niet meer in druk, en dat is jammer. Om die leemte deels te vullen en om het feit te vieren dat de auteur honderd jaar geleden, op 10 oktober 1922, werd geboren is Wie denk je dat ik ben? samengesteld. De ondertitel ‘Een biografische bloemlezing’ laat zien dat het om een keuze uit zijn korte werk gaat waarin de auteur geregeld zichzelf naar voren laat komen. Opgenomen zijn verhalen uit bovenstaande bundels en uit de meer recente verzamelingen Geniale Anarchie (1990) en Ver weg dichtbij (2017). Voor deze gelegenheid is er ook materiaal opgenomen dat niet eerder in boekvorm is verschenen, de eerste krantenstukken uit 1947 bijvoorbeeld, dus het echte debuut van Van Leeuwen. Ook ander verspreid werk waarin de schrijver zelf op krachtige wijze aanwezig is krijgt nu de kans om een tweede leven te beginnen.
Sheila Sitalsing in het Voorwoord bij deze uitgave:
“(…) En dan de uitstapjes die hij maakt naar Spaans, Papiaments, Duits en Engels wanneer de jas van het Nederlands hem te krap wordt. Boeli van Leeuwen is te groot voor het Nederlands alleen en tegelijk is hij één van de grootste schrijvers die het Nederlandse taalgebied heeft voortgebracht. (…) Het is een godsgeschenk dat (…) de stukken die hij voor kranten schreef omdat hij de concentratie voor een roman even niet kon opbrengen, hier verzameld zijn. (…) Opdat ook de generaties die nog met lezen moeten beginnen, zullen weten: hier was een grote zoon van het koninkrijk aan het werk.”
Boeli van Leeuwen debuteerde in 1959 met de roman De rots der struikeling, waarvoor hij later in Nederland de Vijverbergprijs (de tegenwoordige F. Bordewijkprijs) ontving, samen met de romans Een vreemdeling op aarde (1962) en De eerste Adam (1966) wel ‘de trilogie van een displaced person’ genoemd. Na zijn rechtenstudie en advocatenpraktijk in Nederland, Spanje en Venezuela bekleedde hij als hoogste ambtenaar de functie van Secretaris van het eilandgebied Curaçao. In 1983 werd hij voor zijn literaire werk bekroond met de Cola Debrotprijs, de belangrijkste Antilliaanse culturele onderscheiding. Na zijn pensionering dat jaar werkte hij als pro-Deo-advocaat in de armen wijken die hij ‘schaduwzijde van the neat Dutch treat in the Caribbean’ noemde. Ook wijdde hij zich opnieuw aan het schrijven, wat onder meer resulteerde in de romans Schilden van leem (1985), Het teken van Jona (1988) en zijn befaamde columnverzameling Geniale anarchie (1990) waarmee hij een nieuwe lezersgeneratie aan zich wist te binden.
Klaas de Groot (Leiden 1942) was in de jaren 80 van de vorige eeuw leraar Nederlands op Curaçao en Aruba. Hij stelde voor Uitgeverij In de Knipscheer de bloemlezingen Vaar naar de vuurtoren en Grenzenloos samen en bezorgde voor deze uitgeverij mede poëzie-uitgaven van Aletta Beaujon en Boeli van Leeuwen. Ook stelde hij Because en andere gedichten van Carla van Leeuwen samen. Daarnaast schrijft hij regelmatig over met name Caraïbische literatuur in tijdschriften en op Caraïbisch Uitzicht.