De geneeskunde in het Derde Rijk is een controversieel onderwerp dat vaak te veel in tijd wordt ingeperkt. Zo gaan de ideeën erachter terug tot het midden van de 19e eeuw. Verteld vanuit het perspectief van een der daders, de eind jaren zestig overleden hoogleraar genetica Otmar Baron von Verschuer, telg van een Nederlands adellijk geslacht, wordt deze geschiedenis opnieuw geschreven. Ondanks dat hij degene was die de medische opdrachten aan Josef Mengele te Auschwitz verstrekte, is hij na de oorlog nooit vervolgd en kon hij zelfs aanblijven als hoogleraar. Hij was immers slechts een onzichtbare poppenspeler en niet een maar al te zichtbare marionet.
In een zestiental, aan zijn favoriete student gerichte, met feitelijke gebeurtenissen en uitspraken gevulde brieven, probeert Von Verschuer begrip te kweken voor het doen en laten van hem en zijn collega’s; geen monsters, zoals vaak gezegd in de naoorlogse literatuur, maar volgens hem puike medici en eminente wetenschappers die het beste met de mensheid voorhadden.
Iedere brief behandelt een onderdeel van die medische geschiedenis; de theoretische concepten zoals rassenhygiëne en de daaruit voortkomende praktische, eugenetische maatregelen zoals sterilisatie en ‘euthanasie’. Ook de medische experimenten komen uiteraard aan bod. De brieven hebben in het boek de naam gekregen van iemand die in het behandelde onderwerp een prominente rol speelde of zelf het onderwerp was. Naast Mengele en Von Verschuer zijn bijvoorbeeld de rabiate antisemiet Julius Streicher of de eminente, ook internationaal hoog aangeschreven chirurg van het Charité hospitaal te Berlijn, Ferdinand Sauerbruch, te noemen.
Naast een expliciete geschiedenis is De poppenspeler van Mengele ook een impliciete aanval op bepaald taalgebruik en stelt het vragen bij wat waarheid is, wat feit is en wat mening (of zelfs dat niet eens) en wat wetenschap behelst of moet behelzen.
Rechterbinnenflap
Dr. Leo van Bergen (1959) is een freelance medisch-historicus met een bijzondere belangstelling voor koloniale geneeskunde en de relatie tussen oorlog en geneeskunde. Onder de vele titels op dat laatste gebied zijn De Zwaargewonden Eerst? Het Nederlandsche Roode Kruis en het vraagstuk van oorlog en vrede 1867-1945 (1994); Zacht en Eervol. Lijden en sterven in de Grote Oorlog (1999/2014); Pro Patria en Patienti. De Nederlandse militaire geneeskunde 1795-1950 (2019) en Bevrijd. Het concentratiekampsyndroom en de LSD-behandeling van Jan Bastiaans (2022). Van Bergen heeft ook fictie geschreven (Onder Stervenden (2014) en gedichten vertaald (Een Kap van Afschuw. Gedichten van verpleegsters in de Eerste Wereldoorlog (2020). Hij is redacteur van het tijdschrift Medicine, Conflict and Survival.