Voor kamp Westerbork behoort het dagboek van journalist Philip Mechanicus tot de belangrijkste egodocumenten en bronnen die zijn overgeleverd. Het belang van het dagboek wordt op één lijn geplaatst met dagboeken van Anne Frank en Etty Hillesum. Philip Mechanicus heeft Etty in het kamp meermaals ontmoet. Ze waren bevriend.
In Dépôt is een uniek ooggetuigenverslag – van dag tot dag beschrijft Mechanicus zijn verblijf in het kamp Westerbork. Tegelijk observerend en betrokken bij het lot van zijn medegevangenen, ‘alsof ik als officieel reporter een schipbreuk versla’, beschrijft hij het dagelijkse leven in de periode 28 mei 1943 – 28 februari 1944 in dit kamp. Schijnbaar zich distantiërend en haast commentaarloos koel – maakt dit dagboek tot een van de meest schrijnende documenten van de deportatie van meer dan 100.000 Joden vanuit Westerbork.
Dit dagboek heeft ‘hem inderdaad onsterfelijkheid opgeleverd als een trouw en gevoelig verslaggever van de Shoah’, aldus professor Robert Jan van Pelt die een nieuwe en uitgebreide inleiding bij het dagboek schreef. Het voorwoord is geschreven door Bertien Minco, directeur van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Het nawoord is verzorgd door Koert Broersma, biograaf van Philip Mechanicus: Buigen onder de storm. Philip Mechanicus - verslaggever tot in de dood 1889-1944. Voor deze editie van In Dépôt is weer de originele spelling van het dagboek gevolgd.