De Omgevingswet is een van de grootste wetswijzigingsoperaties in de geschiedenis van de Nederlandse wet- en regelgeving die een eind maakt aan tegenstrijdige, onduidelijke en overbodige regels op het gebied van de fysieke leefomgeving. Eén van de instrumenten binnen de Omgevingswet is het omgevingsplan, als opvolger van het bestemmingsplan en diverse gemeentelijke verordeningen. Naar schatting 50.000 bestemmingsplannen en beheersverordeningen vormen straks ongeveer 400 omgevingsplannen. Dankzij deze bundeling worden kosten bespaard, onderzoekslasten beperkt en komen er betere mogelijkheden voor digitale vaststelling en beschikbaarheid van plannen, besluiten en onderzoeken.
Een omgevingsplan opstellen is een lastige klus. Wat komt er allemaal bij kijken, welke aspecten komen aan de orde en hoe wordt het vastgesteld? Hoe ga je bijvoorbeeld om met ‘open normen’ in een oud stadscentrum, of zijn die juist niet nodig?
Dit boek beoogt een praktische handleiding te zijn bij het opstellen van een omgevingsplan en is vooral bedoeld voor beleidsmedewerkers, juristen, leden van de gemeenteraad, bestuurders (college B&W) of de initiatiefnemer van een project en hun adviseurs, vooral nu de Omgevingswet waarschijnlijk per 1 januari 2023 in werking treedt en de nieuw gekozen raadsleden en verse wethouders de invoering van het omgevingsplan nieuwe stijl ter hand moeten nemen.
Met deze geheel herziene derde druk heeft u een volledige overzicht van het instrument ‘omgevingsplan’ in handen en kunt u als raadslid, wethouder, adviseur of student aan de slag. Ook is het mogelijk geweest met de huidige beschikbare secundaire literatuur een verdiepingsslag te maken en zo nog een completere context te bieden. Veelvuldig wordt verwezen naar parlementaire stukken, blogs, wetenschappelijke bijdragen en relevante tijdschriften om zo een nog scherper beeld te geven van de nieuwe realiteit onder de Omgevingswet.