Naar verwachting wordt de Omgevingswet per 1 januari 2021 van kracht. Deze Omgevingswet is één van de grootste wetswijzigingsoperaties in de geschiedenis van de Nederlandse wet- en regelgeving die een eind maakt aan tegenstrijdige, onduidelijke en overbodige regels op het gebied van de fysieke leefomgeving.
Eén van de instrumenten binnen de Omgevingswet is het omgevingsplan, als opvolger van het bestemmingsplan. Naar schatting 50.000 bestemmingsplannen en beheersverordeningen vormen straks ongeveer 400 omgevingsplannen. Dankzij deze bundeling worden kosten bespaard, onderzoekslasten beperkt en komen er betere mogelijkheden voor digitale vaststelling en beschikbaarheid van plannen, besluiten en onderzoeken.
Een omgevingsplan opstellen is een lastige klus. Wat komt er allemaal bij kijken, welke aspecten komen aan de orde en hoe wordt het vastgesteld? Hoe ga je bijvoorbeeld om met “open normen” in een oud stadscentrum, of zijn die juist niet nodig?
Deze 2e druk is noodzakelijk zijn na het beschikbaar komen van de “staalkaarten”, het “nader rapport” naar aanleiding van de adviezen van de Raad van State op de vier AMvB’s, diverse ontwerpen aanvullingswet (en besluiten) en de Invoeringswet en Invoeringsbesluit. Ook is het mogelijk geweest met de huidige beschikbare voorstellen en ontwerpen een “verdiepingsslag” te maken.
Dit boek beoogt een praktische handleiding te zijn bij het opstellen van een omgevingsplan en is vooral bedoeld voor beleidsmedewerkers, juristen en advocaten, leden van de gemeenteraad, bestuurders (college B&W) of de initiatiefnemer van een project en hun adviseurs.
Maar het is ook zeer geschikt voor het onderwijs in het omgevingsrecht. Meer dan duizend voetnoten ontsluiten een wereld van parlementaire stukken, web-blogs en wetenschappelijke bijdragen aan diverse Nederlandse tijdschriften.
De samensteller van dit boek mr. Hendrik Faber is directeur/eigenaar van Juridisch Advies Kalenberg, bureau voor ruimtelijk en juridisch advies in Geldermalsen en docent omgevingsrecht.