Een liefde in het Joodse ziekenhuis
Wanneer Hitler in januari 1933 aan de macht komt, ziet de Joodse student Jacques Adler de bui hangen. Hij verlaat zijn geboortestad Neurenberg en vindt letterlijk het geluk in Amsterdam. Na een studie aan de universiteit wordt hij arts in het Joodse ziekenhuis en ontmoet daar de liefde van zijn leven in Beckel de Leeuw. De romantiek van Amsterdam wordt op 10 mei 1940 wreed verstoord. Er worden slachtoffers van een bominslag het ziekenhuis binnengebracht en wanhopige Joodse gezinnen die niet onder Hitler willen leven.
In 1942 verdwijnt het Joodse leven uit Amsterdam; alleen het ziekenhuis is nog veilig maar voor hoe lang? Jacques en Beckel trouwen. Rabbijn Schuster leidt de dienst in de Grote Synagoge zonder familie of vrienden. Het bruidspaar sluipt daarna terug naar de Nieuwe Keizersgracht de bezetter een bord Joodsche Gracht had geplaatst.
Van droefheid naar vreugde
Na de ontruiming van het Joodse psychiatrisch ziekenhuis ‘Het Apeldoornsche Bosch beseffen de Adlers dat ze moeten onderduiken. Met hulp van twee niet-joodse stagiaires lukt het. Hun eerste onderduikadres is een boerderij in Giethoorn. Het Poerimfeest begint dan net en daarom lezen ze die avond het Bijbelboek Esther dat dit keer een diepe indruk maakt. In Esther staat beschreven hoe het Joodse volk in het Perzische Rijk door Haman met uitroeiing werd bedreigd. Hun situatie in het Derde Rijk onder Hitler is vergelijkbaar. Maar het boek Esther geeft een ommekeer. ‘Van droefheid naar vreugd’ staat er letterlijk. Van zo’n ommekeer is in Giethoorn nog geen spoor te zien. Als Adler vele jaren later terugdenkt aan de gevaren in de twee jaren onderduik en zijn herinneringen verwerkt tot een boek, kiest hij als titel ‘Van droefheid naar vreugd’. Hij gebruikt dan niet langer Jacques als voornaam maar zijn Hebreeuwse geboortenaam Ja’akov.
Geschiedenisboek en familieverhaal tegelijk
Adler verweeft als een uitstekend waarnemer steeds het wereld gebeuren in zijn persoonlijke belevenissen. Zo ontstond een geschiedenisboek vanuit heel persoonlijk perspectief. Je voelt de hoop opgloeien bij goed nieuws en weer instorten als de Duitse legers successen boeken. Het familieverhaal van de Adlers blijft je boeien door alle wonderlijke en diep ontroerend gebeurtenissen vanaf de vlucht uit Neurenberg in 1933 tot de aankomst in Haifa in 1949.