Ongeveer een kwart van de totale Nederlandse woningvoorraad bestaat uit appartementsrechten. Dat zijn bijna anderhalf miljoen woningen. In totaal zijn er zelfs nog ongeveer een miljoen andersoortige appartementsrechten (bedrijfsruimtes, parkeerplaatsen e.d.). Tweeënhalf miljoen appartementsrechten dus met circa 155.000 Verenigingen van Eigenaars, waarvan de betreffende gerechtigden verplicht lid zijn.
Gezien het groot aantal appartementsrechten in ons land en het aantal (juridische) geschillen en misverstanden in de praktijk verdient dit een bespreking voor de (master)student en
praktijkjurist. Het appartementsrecht is een recht van geheel eigen aard, dat wordt beheerst door het goederenrecht en het verenigingsrecht. Dát levert een spanningsveld op, in zowel theorie als praktijk.
In dit cahier wordt het wettelijk kader van het appartementsrecht – waaronder we in dit geval ook begrijpen de Vereniging van Eigenaars - op relatief kort en bondige wijze behandeld. Een helder begrip van het wettelijk kader is onontbeerlijk om in een concreet geval de akte van splitsing en de vele verschillende (model)reglementen goed te kunnen interpreteren en toe te passen. Bovendien worden in dit cahier de nodige handvatten geboden voor verdere verdieping door de vele verwijzingen naar de parlementaire geschiedenis, literatuur en de rechtspraak.
R.L. Peutz en H.J.G. Braakhuis zijn werkzaam bij Rijssenbeek Advocaten te Arnhem.