Goederen kunnen verkregen worden door verjaring. Dit geldt niet alleen voor onroerende zaken of beperkte rechten hierop, maar (sinds 1992) ook voor roerende zaken.
Het Nederlandse recht kent twee soorten verkrijging door verjaring, te weten die op grond van art. 3:99 BW (verkrijgende verjaring) en die op grond van art. 3:105 BW, welke laatste verkrijging is gebaseerd op de extinctieve verjaring van een rechtsvordering tot beëindiging van het bezit van een niet-rechthebbende. Beide regelingen komen in deze monografie uitgebreid aan de orde. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de voor de rechtspraktijk relevante vraag wanneer er sprake is van bezit en wanneer dit bezit te goeder trouw is. Voorts wordt enige aandacht besteed aan rechtshistorische en internationaalrechtelijke aspecten van verjaring. Bij dit laatste gaat het onder meer om de beperking van de mogelijkheid om zogeheten cultuurgoederen door verjaring te verkrijgen.
P.C. van Es is universitair hoofddocent notarieel recht aan de Universiteit Leiden. Hij promoveerde in 2005 op het proefschrift ‘De actio negatoria’.