Patty van der Zee is drieënveertig als zij achter het grootste geheim van haar leven komt: ze is
donorkind. De gynaecoloog die haar ouders hielp bij haar verwekking blijkt hiervoor zijn
eigen zaad te hebben gebruikt. Zij is een van de tientallen donorkinderen die hieruit voort
zijn gekomen.
De ontdekking werpt Patty in een emotionele achtbaan. Ze worstelt met vragen over haar
identiteit, loyaliteit en met gevoelens van verwarring. Terwijl ze diep in het verleden graaft, op
zoek naar aanwijzingen over haar afkomst, ontmoet ze halfbroers en halfzussen die de betekenis
van familie opnieuw inkleuren.
Schepsel is vooral een verhaal over liefde, dat tegelijkertijd de
ethische dilemma’s rondom kunstmatige inseminatie en de
impact ervan op de levens van donorkinderen laat zien.