Al jarenlang schrijft Philippe Van Cauteren, directeur van het Gentse S.M.A.K., brieven naar kunstenaars van over de hele wereld. Hij richt zich op een zeer persoonlijke manier tot kunstenaars die hem inspireren en legt hen uit waarom. Vaak zit in de brieven reeds de basis van een nieuwe tentoonstelling vervat.
Van Cauterens brieven zijn literair, maar tegelijk direct en geschreven in een erg toegankelijke stijl. Ze geven een bijzondere inkijk in de manier waarop een curator kunst beleeft en interpreteert, en zijn bovendien een zeer duidelijke en beknopte introductie tot het werk van de kunstenaars die hij aanschrijft. Ze zijn steeds een opening tot een dialoog en stemmen tot nadenken over de hedendaagse kunst.
Deze publicatie bundelt meer dan honderd brieven. Elke brief wordt geconfronteerd met een sleutelwerk van de kunstenaar aan wie hij is gericht. In een inleidend manifest tekent Van Cauteren ook de grote lijnen uit van
het 'ideale museum van de toekomst'. Als directeur van het S.M.A.K. en opvolger van visionair Jan Hoet heeft hij daarover zeer concrete ideeën.
Dit boek reflecteert over het hedendaagse culturele veld en de plaats die het museum en de kunstenaar hierin innemen en hoe de verschillende partijen op een zo constructief mogelijk manier kunnen samenwerken.
Van Cauteren richt zijn pen onder meer tot Michaël Borremans, Berlinde De Bruyckere, Jan Fabre, Guillaume Bijl, Jef Geys, Jan Hoet, Ann Veronica Janssens, Mark Manders, Rinus Van de Velde en Vincent van Gogh.