Daltononderwijs is een vorm van traditioneel vernieuwingsonderwijs. In moderne bewoordingen staat daltononderwijs voor het geven van breed persoonsvormend onderwijs in scholen die functioneren als een gemeenschap. De daltonschool wil daarbij een oefenplaats zijn voor het leven zelf, waar leerlingen de kennis, vaardigheden en attitudes verwerven, die ze voor een gelukkig, democratisch en ondernemend leven nodig hebben, in een wereld die een appel op hen doet.
Docenten op deze daltonscholen laten zich bij het vormgeven van hun onderwijs inspireren door het gedachtegoed van de Amerikaanse reformpedagoge Helen Parkhurst (1886-1973). Zij stelde dat er in haar tijd van alles mis was aan het onderwijs en ze ontwikkelde daarom ideeën om de onderwijspraktijk te revitaliseren.
Parkhurst noemde haar ideeën het Dalton Laboratory Plan, of korter: het Dalton Plan en dit Plan is nog steeds een inspiratiebron voor het daltononderwijs, zoals dat ook in Nederland gegeven wordt.
Parkhursts ideeën zijn niet bedoeld als een methodiek, die strikt gevolgd moet worden. In essentie gaat het haar daar juist niet om. Ze verwacht dat docenten geen ‘volgers’ zijn, maar zelf nadenken en de daltonprincipes of kernwaarden adapteren naar hun eigen tijd, de eigen leerlingen en de eigen omstandigheden. Het gaat haar niet om dalton te doen, maar om dalton te zijn. Om dat verschil te duiden, wordt er in het daltonwereldje regelmatig gebruik gemaakt van het volgende citaat. Tijdens het bezoek in 1952 van Parkhurst aan Nederland, stelde ze: “Dalton is no method, no system. It’s a way of life.”
‘Dalton as a way of living’ is precies waar Dalton LEF: VO aan hoopt bij te dragen. Het boek hoopt docenten voldoende te informeren om zich het gedachtegoed eigen te maken, om er vervolgens met collega’s op school een eigen vorm aan te geven, die past bij de eigen leerlingen en de eigen omstandigheden. Zo hebben docenten wereldwijd in de afgelopen 100 jaar vorm gegeven aan het Dalton Plan van Parkhurst.
Om daaraan bij te dragen is het nodig dat docenten en medewerkers op daltonscholen kennis nemen van wat dalton ‘is’: waar het vandaan komt? Wie het bedacht heeft? Waarom het ontwikkeld is? Wat het ontwikkelen en het hebben van een daltonvisie betekent? Wat dalton vraagt van het samenleven in een schoolgemeenschap? Hoe een daltonvisie vertaald kan worden naar de schoolpraktijk: voor jouw leerlingen, jouw vak of vormingsgebied? En hoe goede voorbeelden eruit zien?
Voor antwoorden op zulke vragen is Dalton LEF: VO geschreven. Het boek wil betrokkenen in het voortgezet daltononderwijs informeren en ze met die informatie ondersteunen bij het realiseren van een eigen experimentele daltonpraktijk.
De Nederlandse Dalton Vereniging (NDV) gunt elk kind daltononderwijs. Dat motto koos de NDV in 2008 niet zozeer om ‘zieltjes te winnen’, maar omdat ze vinden dat het daltononderwijs ieder kind kansen biedt om zich optimaal te ontwikkelen en ieder kind de ruimte en de mogelijkheden moet krijgen om zich te ontwikkelen tot actieve en verantwoordelijke burgers die straks deel uit gaan maken van en bij kunnen dragen aan de samenleving. De daltonschool wil daarvoor een oefenplaats zijn. Daar krijgen leerlingen de kans om zichzelf te leren kennen en om te ontdekken waar eigen voorkeuren, interesses en talenten liggen. Ze krijgen de tijd om keuzes te maken en om gewenste talenten te ontwikkelen. Zo leren leerlingen zich te verhouden tot zichzelf, de ander en de wereld. Die persoonsvorming vindt plaats met én ook door anderen én in de wereld. Leerlingen leren inzien wie ze zijn en wat ze zijn, maar ook hoe ze zijn en hoe ze ‘goed’ kunnen zijn. Pas door kennis en vaardigheden te verwerven om verantwoordelijkheid te nemen voor jezelf, je werk, de ander en de wereld kan de mens impact hebben.
Inmiddels krijgen meer dan 100.000 leerlingen op zo’n 400 kindcentra en scholen in ons land een vorm van daltononderwijs. Dat daltononderwijs is de afgelopen decennia niet alleen in omvang gegroeid. Steeds explicieter wordt de oproep van Helen Parkhurst waargemaakt om het gedachtegoed door te ontwikkelen. Er zijn de afgelopen jaren over de volle breedte van het daltononderwijs tal van vernieuwingen geïmplementeerd.
Zoals het boek Dalton: LEF! daarvan een overzicht geeft voor wat betreft het daltononderwijs aan kinderen van 0 tot en met 12 jaar, zo wil Dalton LEF: VO zo’n beeld schetsen van het voortgezet daltononderwijs. Omdat er uiteraard een overlap is tussen beide boeken, is in het boek voor het voortgezet daltononderwijs gedeeltelijk gebruik gemaakt van teksten uit het eerdere boek.
In dit boek staat de vraag centraal wat onderwijspedagogiek tot dalton-onderwijspedagogiek maakt. En met deze vraag wordt geprobeerd ook de vervolgvragen te beantwoorden: wat een school tot een goede daltonschool maakt en wat een docent tot een goede daltondocent maakt.
Op het zoeken naar antwoorden op dit type vragen moeten teams en docenten zelf ‘aan’ gaan. Op verenigingsniveau is weliswaar op een minimaal niveau omschreven wat dalton ‘is’ en wat goed dalton ‘is’, maar dat vereist nog verdere persoonlijke stellingnames van teams, docenten en medewerkers.
De auteurs hopen dat het boek eraan bij zal dragen dat docenten en medewerkers dalton (nog meer zullen) zien als ‘werk in uitvoering’. Het boek wil de nodige bagage bieden om meer over de identiteit van het daltononderwijs te denken en te spreken, handvatten bieden voor het ontwikkelen van eigen daltonvisies en met het bieden van voorbeelden en uitwerkingen een inspiratiebron zijn voor het dagelijks vormgeven aan een mooie daltonpraktijk.
We spreken de wens uit dat Dalton LEF: VO eraan bijdraagt dat dalton nog meer ‘a way of living’ zal worden.
René Berends, Luuck Sanders, 2024