Een kind heeft ARFID (Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder - Vermijdende/restrictieve Voedselinnamestoornis) als er te weinig en/of zeer selectief wordt gegeten vanwege verminderde interesse in eten, gevoeligheid voor de sensorische kenmerken van eten, of irrationele gedachten over (de aversieve gevolgen van) het eten van bepaald voedsel zijn. Kinderen kunnen erdoor in een sociaal isolement raken, want naast dat een maaltijd drie keer per dag terugkomt, het eten op school moeizaam verloopt, traktaties moeten worden afgeslagen en vakanties (met voor hen onbekend eten) problematisch zijn, durft een kind ook niet meer deel te nemen aan activiteiten zoals kinderfeestjes, logeerpartijtjes en een schoolkamp.
Het onderzoek naar deze stoornis is nog in volle gang en veel is nog onbekend. Ouders en zorgverleners zitten regelmatig met de handen in het haar en kunnen vaak rekenen op onbegrip voor wat anderen alleen maar als ‘kieskeurigheid’ of verwend gedrag zien. Zij hebben behoefte aan zowel professionele informatie en adviezen als aan erkenning en herkenning door lotgenoten. In Overleven met ARFID komen zowel professionals als ervaringsdeskundigen aan het woord.
Medewerking werd onder andere verleend door prof. dr. Sandra Mulkens, hoogleraar Voedings- en eetstoornissen, prof. dr. Remco Havermans, hoogleraar Jeugd, Voeding en Gezondheid, Thomas Fondelli, psychotherapeut en auteur van het boek Autisme en eetproblemen, Prof. dr. Wouter Staal, Bijzonder Hoogleraar Autismespectrum-stoornissen, diverse specialisten van SeysCentra en Altrecht Eetstoornissen Rintveld, specialisten binnen de eetteams van het WKZ, en het AUMC en vele anderen die als professional betrokken zijn bij het begeleiden van kinderen met ARFID en hun ouders.
De combinatie van professionele informatie en ervaringsverhalen biedt iedereen die te maken heeft met ARFID een schat aan informatie, herkenning en tips.