Een goede mondelinge taalvaardigheid (spreken en luisteren) is niet alleen cruciaal voor de lees- en schrijfontwikkeling, maar heeft ook invloed op het welbevinden van kinderen. Kinderen die mondeling vaardig zijn, kunnen aangeven wanneer ze verdrietig, boos of blij zijn. Ze kunnen anderen begrijpen en zijn in staat kennis en ideeën te delen. Dit zijn essentiële vaardigheden die een basis leggen voor onder andere schoolsucces én het goed functioneren in de samenleving.
De eerste zeven levensjaren vormen de kritische periode voor de taalverwerving. Als een kind dan niet leert hoe hij taal goed gebruikt, is het risico op een taalontwikkelingsachterstand groot. In deze periode is de rol van pedagogisch
medewerkers en leerkrachten dan ook cruciaal. Zij kunnen achterstanden in de taalontwikkeling van kinderen ofwel voorkomen, ofwel tijdig signaleren en beperken.
Dit boek biedt hiervoor praktische handvatten. Je leest meer over het belang van een rijk taalaanbod, het bieden van voldoende taalkansen en het geven van effectieve taalfeedback. Daarnaast is er aandacht voor taalontwikkelingsachterstanden en -stoornissen, en het verschil daartussen. Ook komt het monitoren en gebruik van objectieve observatie-instrumenten aan bod. Verder lees je hoe je ouders meer kunt betrekken bij de leeromgeving van hun kinderen.