Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben niet alleen moeite met taal, maar vaak ook ernstige
sociaal-emotionele problemen. Sommigen reageren angstig op contact en trekken zich terug. Anderen vertonen juist druk, ongecontroleerd of agressief gedrag. Hoe komt dat?
In dit boek kijken we met een neuropsychologische bril naar het gedrag van kinderen met TOS. De auteurs beschrijven helder dat dit gedrag wordt beïnvloed door de omgeving, de hersenen én de cognitieve vermogens, zoals de executieve functies en het vermogen om emoties en gedachten van jezelf en anderen te begrijpen.
Kinderen met TOS hebben juist op deze gebieden beperkingen, omdat ze er taal voor nodig hebben: taal om met anderen te communiceren en ‘innerlijke taal’ om met zichzelf te communiceren. Als ouders en professionals in onderwijs en zorg zich hier (meer) bewust van zijn, kunnen zij kinderen met TOS beter gaan ondersteunen.
Taal in het kwadraat is theoretisch stevig onderbouwd en bevat vele herkenbare situaties uit de praktijk van onderwijs, zorg en opvoeding. Daarmee is het een inspiratiebron voor iedereen die werkt met kinderen met TOS.