In twee reeksen korte verhalen kijkt Dick Gebuys na zijn zestigste verjaardag terug op momenten en mensen uit zijn leven, zijn wijk, zijn stad, de wereld.
Hij doet dit met als verschillend uitgangspunt de plaatsen waar hij het langst gewoond heeft: Welten, een wijk van Heerlen waar hij meer dan veertig jaar als leraar werkte op een middelbare school en Charlois, een wijk in Rotterdam, waar hij opgroeide voor hij in Amsterdam ging studeren. Dit verschil in uitgangspunt beïnvloedt uiteraard de kijk op de dingen. Het heeft ook in meer of mindere mate met de leeftijd van de kijker te maken.
We wandelen met de schrijver door de Maastunnel of over de Valkenburgerweg, lopen door de gangen van het Charloise Lyceum of die van het Sintermeertencollege. We komen een Vietnam-veteraan tegen, maar ook een Weltense stuurman op de grote vaart. We zitten in een bruine kroeg in Welten met een Japanse expat of in Café Gommers met Rotterdamse kunstenaars. Kortom, we maken van alles opnieuw mee dat in de afgelopen vijfenzestig jaar is gebeurd.