‘Waarom kan ik er niet op vertrouwen dat zij zélf de kracht zal vinden om te herstellen?
En dat ik misschien ook iets goed gedaan heb?’
Als Sanne een van haar eerste cliënten ontmoet, weet ze: dit is goed fout. Emily is 28 jaar, weegt 46 kilo en komt haar kamer niet meer uit. Ze heeft bovendien een ziektegeschiedenis waarin de ene hulpverlener de andere opvolgde. En nu is Sanne aan zet. Twijfel overspoelt Sanne. Kan ze dit wel? Kan ze zo’n ingewikkelde casus wel aan? Als Emily na hun eerste gesprek tekenen van vooruitgang laat zien, besluit Sanne haar niet in de steek te laten. ‘Ik heb ervoor gekozen om te zorgen, nu heeft iemand dringend mijn zorg nodig en mag ik niet bang zijn.’ Ze zet alles in wat ze geleerd heeft, wat ze in zich heeft en wie ze is. Onderweg moet ze ook haar eigen demonen onder ogen komen en ontdekt ze dat zij en Emily niet zo verschillend zijn.
Ik mag niet bang zijn laat de worsteling zien van een jonge psychologe: met collega’s, met professionele vaardigheden en eisen ten aanzien van afstand en nabijheid. Het geeft een unieke blik op patiënt zijn, op kwetsbaarheid, jezelf totaal en hopeloos verliezen en weer terugvinden.
Sanne Winchester (1991) werkt als psycholoog in de Geestelijke Gezondheidszorg. Ze promoveerde van basispsycholoog naar regiebehandelaar en start binnenkort met de vervolgopleiding tot psychotherapeut. Ik mag niet bang zijn is haar eerste boek.