Aan de universiteit ligt sterk de nadruk op onderzoekscompetitie.Hierdoor is een ratrace ontstaan waarin bepaalde wetenschappers sterk in het voordeel zijn: de ambitieuze onderzoekers die strategisch aan hun carrière werken, voornamelijk met hun eigen 'papers' bezig zijn en relatief weinig voor hun collega's doen. Ze hechten zich nauwelijks aan de gemeenschap waarvan ze deel uitmaken, laat staan dat ze iets voor hun maatschappelijke omgeving willen doen. Dit boek wijst competitie niet af, maar pleit voor een betere balans: meer oog voor samenwerken, variatie en maatschappelijke relevantie.De uitgave van deze bundel is mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)