Lyanne Paskamp (1965) wordt in 1992 als militair chauffeur uitgezonden naar de Bosnische hoofdstad Sarajevo. Het toeval wil dat haar echtgenoot Erik als marechaussee op dezelfde locatie terechtkomt. Het echtpaar wordt ingekwartierd in het roemruchte Rainbow Hotel dat zwaar onder vuur komt te liggen als de oorlog in alle hevigheid losbarst. De Nederlandse eenheden waar zij deel van uitmaken, zien zich gedwongen om onder voortdurende beschietingen te vluchten naar Belgrado. Na terugkeer in Nederland is er nauwelijks sprake van nazorg. Als Erik door een zwaar dienstongeval een arm kwijtraakt, haar vader in 2004 overlijdt en vervolgens blijkt dat haar tweede dochter Anniek suïcidaal is, raakt Lyanne in steeds grotere geestelijke nood. Met de diagnose posttraumatische stress stoornis (PTSS) begint een moeizame tocht langs hulpverleningsinstanties, maar een succesvolle behandeling blijft uit. Dankzij onder meer een pelgrimstocht naar Santiago de Compostella knokt Lyanne zich langzaam maar zeker een weg terug naar geluk voor haarzelf en haar gezin.