Ludger was niet de moedige, soms overmoedige missionaris die voor de Frankische troepen uit Friezen en Saksen bekeerde. Hij was, zoals zijn tijdgenoten, bevreesd voor de 'Noordmannen' uit Scandinaviƫ en ondernam geen missie-tocht naar Helgoland.
Het lukte hem niet om enkel door de macht van zijn woord de Friezen en Saksen hun oude, Germaanse natuurreligie te doen opgeven. Hij was wel de missionaris die met helpers en beveiligers, zonodig beeldenstormend, door de Friese en Saksische landstreken trok.
Ludger genas geen blinden, doven en kreupelen, dus ook niet de legendarische blinde zanger van Friese, heidense heldenliederen, Bernlef. In dit boek wordt Ludger ontdaan van geromantiseerde en vrome verdichtsels.
Het boek beschrijft de levensechte Ludger: kloosterling, wetenschapper, auteur, missionaris, leraar en abt, die zich na enig verzet liet wijden tot eerste bisschop van Munster. Die niet wilde worden begraven in zijn bisschopskerk in Munster, ook niet in de Friese bisschopsstad Utrecht dichtbij bij zijn geboorteplaats, maar in de tuin van zijn eigen abdij en kerk te Werden aan de Ruhr.