De Ierse schrijver Brendan Behan (1923-1964) heeft in zijn korte leven heel wat stof doen opwaaien. Het was iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Hij probeerde zich in leven te houden als smokkelaar, huisschilder, bommenmaker en pooier.
Zijn (autobiografische) roman Borstal Boy maakte hem beroemd en rijk. Het is een van de eerste verslagen van het leven van een jonge gevangene in een opvoedingsgesticht. De hoofdpersoon weet de kunst van het leven te leren tegen de achtergrond van de sombere instituten waartoe hij is veroordeeld.
Een aantal toneelstukken van zijn hand - zoals The Quare Fellow en The Hostage - behandelen actuele onderwerpen en worden nog steeds opgevoerd. Deze toneelstukken zijn een aanklacht tegen de burgerlijkheid en gezapigheid. Behan durfde grote dilemma's aan te roeren zoals de doodstraf, homoseksualiteit, de terugkeer van ontheemde veteranen van de slagvelden, de verdeeldheid van de zogenaamde revolutionairen van de IRA, het verschil tussen rijk en arm, het lot van kansarmen en het opsluiten van jonge gevangenen. In Nederland tekenden Gerard Reve en Cees Nooteboom voor mooie vertalingen van deze opmerkelijke stukken.
De grootste zwakte van Brendan Behan was zijn alcoholverslaving. Daaraan is hij ten slotte ten onder gegaan. Brendan Behan is nog steeds het klassiek geworden symbool van alles wat een Ier karikaturaal maakt: een vrijbuiter, die echter gevangen zat in zijn verslaving.
Met groot gevoel voor drama, psychologie en detail beschrijft Karel Wasch (1951) de opkomst en ondergang van deze Ierse schrijver. Hij bezocht de plaatsen waar Behan heeft gebivakkeerd en sprak met mensen die hem hebben gekend. 'Het gevoel bekroop me dat het oppervlakkige beeld dat van hem bestond, niet klopte. Sterker, dat hij dat beeld welbewust en al te graag zelf in stand had weten te houden', aldus Wasch die met deze biografie dan ook een mythe wil ontrafelen.
Eerder verscheen in PROMINENT KLASSIEK van de hand van Karel Wasch: Zo lang als voor altijd is over het leven van Dylan Thomas (1914-1953).