De politieke heerschappij over Indonesië was in het begin van de negentiende eeuw van de VOC overgegaan naar de Nederlandse regering. Om de winst te vergroten werd het Cul-tuurstelsel ingevoerd, een serie maatregelen die de planters in staat stelde waardevolle landbouwproducten te verbouwen, in plaats van alleen voedingsmiddelen zoals rijst. Daarbij werd een belastingstelsel ingevoerd waarvan de ambtenaren volgens een commis-siesysteem werden beloond. De combinatie van deze twee maatregelen veroorzaakte een wijdverbreide corruptie, die resulteerde in grote armoede en hongersnood onder de inheemse bevolking.
Douwes Dekker (Multatuli) schreef Max Havelaar als een aanklacht tegen het misbruik van het cultuurstelsel, tegen herendiensten, en tegen plichtsverzuim door Nederlandse ambte-naren in Nederlands-Indië. Tot Dekkers frustratie werd het werk als zodanig niet serieus genoeg genomen maar het boek maakte van Multatuli meteen een bekende schrijver.
Naast de aanklacht was er nog een ander motief voor Multatuli om dit boek te schrijven. Na zijn ontslag als assistent-resident in Nederlands-Indië was Multatuli tot bittere armoede vervallen. Hij hoopte op eerherstel en een nieuwe ambtelijke functie in de kolonie. Hij was zelfs bereid van publicatie af te zien, indien door de toenmalige regering aan zijn wensen zou worden voldaan. In een brief aan zijn vrouw Tine gedateerd 20 november 1859 licht hij dat toe. Die wensen hielden onder andere in dat hij op Java tot resident werd benoemd, herstel van zijn diensttijd zodat hij gewoon pensioen zou krijgen over die jaren, een ruim voorschot en hij wilde benoemd worden in de orde van de Nederlandse Leeuw.
Dat lintje zag hij vooral als eerherstel en als een blijk van erkenning. In de onderhandelingen werd Dekker eene convenable betrekking aangeboden in West-Indië, in ruil voor het ach-terhouden van het boek. Maar dat was Dekker niet genoeg. In een brief aan koning Willem III schrijft Dekker dat hij het aanbod afgewezen heeft.
"of de koffieveilingen van de Nederlandse Handelmaatschappij"
Multatuli had vele redenen om voor deze ondertitel te kiezen. Zo was het in de negentiende eeuw gebruikelijk om een ondertitel te gebruiken en deze is gebruikt om de ironie van Multatuli naar voren te brengen. De lezer werd op het verkeerde been gezet en bleef met de vraag zitten of dit werk wel of geen fictie was. In het boek komt deze ironie verder naar voren doordat ook Droogstoppel wordt erdoor misleid. Hij schrijft dat het boek de koffieveilingen van de Nederlandse Handelmaatschappij zal gaan heten, een onderwerp dat hem zeer interesseert, maar gaandeweg merkt hij dat het boek daar niet over gaat. een andere reden is dat de Nederlandse Handelmaatschappij op deze manier voor Dekker het symbool voor de onderdrukking en uitbuiting van de Javaan en de koloniale politiek staat. In de tijd dat het werk geschreven werd was er veel te doen rondom koffie en Multatuli speelde in op de actualiteit.
Multatuli wilde gelezen worden, en greep daarvoor elk middel aan: de ondertitel trok de aandacht, en verleidde lezers om het boek aan te schaffen en te lezen.