De Gooische Bijbel bevat geschriften uit de bijbelse tijd die te wonderlijk of te onorthodox waren om geselecteerd te worden voor de Bijbel of de 'deuterocanonieke boeken bij het Oude Testament'.
De vertaling is van Pieter Oussoren, in de stijl van de Naardense Bijbel: literair, dicht bij het origineel. De geschriften in De Gooische Bijbel liggen rondom de officiële canon, zoals Het Gooi de omgeving vormt van Naarden.
De Gooische Bijbel bestaat deels uit GESCHRIFTEN BIJ HET OUDE TESTAMENT. Twee daarvan - Psalm 151 en Psalmen van Salomo - maakten in de eeuwen voor Christus wél deel uit van de Joodse canon (toentertijd de Septuaginta), maar zijn daaruit later verbannen. Verder is onder meer opgenomen een deel van het in Qumran teruggevonden boek Henoch, waaruit in het Nieuwe Testament driemaal wordt geciteerd.
GESCHRIFTEN BIJ HET NIEUWE TESTAMENT zijn er in menigte, in het Grieks, Koptisch en Latijn. De belangrijkste ervan zijn opgenomen in De Gooische Bijbel, waaronder de evangeliën van resp. Maria Magdalena, Judas, Tomas en Filippus, de Handelingen van resp. Petrus, Johannes en Jakobus, en de Openbaring van Paulus.
Uitgebreide inleidingen bij De Gooische Bijbel zijn van de hand van de theologen Nico ter Linden en Auke Jelsma.
De teksten zijn eerder verschenen als onderdeel van het boek 'Buiten de vesting' dat uitverkocht is.
PIETER OUSSOREN is emeritus predikant en vertaler van de Naardense Bijbel.
Dr. RENATE DEKKER is koptoloog en egyptoloog.