De Babylonische Talmoed is na de Hebreeuwse Bijbel (Tenach) het belangrijkste boek binnen het jodendom. Het hart van de Talmoed is de Misjna-tekst, de zogenoemde mondelinge Tora, die volgens de traditie door God zelf aan Mozes is onderwezen en die in de rest van de Talmoed wordt besproken en becommentarieerd. De Talmoed vormt zo de uitleg van de schriftelijke Tora en bevat discussies, voorschriften, anekdotes, legenden en interpretaties van tradities. De definitieve tekst van de Babylonische Talmoed werd rond het jaar 500 afgesloten. Het is door de studie van deze tekst dat de joodse geest en het joodse leven werd gevormd.
Het traktaat Talmoed Taäniet (Vasten) is onderdeel van de Babylonische Talmoed en telt vier hoofdstukken. De Nederlandse uitgave is een set van twee hardcover boeken, samen meer dan 800 pagina's.
Hoofdstuk 1 handelt over het 'watermanagement' van het Opperwezen. De mens dankt God voor iedere druppel dauw die dagelijks in de verzengende ochtendhitte op de velden achterblijft. Aan bod komen de gebeden die voor het neerdalen van de regen gezegd moeten worden. Bij het uitblijven van de regen stelt het Rabbinale Gerechtshof vastendagen in, maximaal dertien in getal. De voorwaarden, de zwaarte en de bedoeling van deze vastendagen worden bediscussieerd.
Hoofdstuk 2 bespreekt onder meer de orde van de gebeden tijdens de vastendag en het type mens dat in de synagoge voor moet gaan om Gods compassie af te smeken. De vraag wordt gesteld of feest- en vastendagen kunnen samenvallen en zo ja welke regels dan gelden.
Hoofdstuk 3 behandelt de liturgie tijdens de vastendagen en het blazen op de sjofar. Verder wordt gesproken over bouwvoorschriften, het instorten van gebouwen en rivierkaden al dan niet door een natuurlijke oorzaak of door ingrijpen van hogerhand. Ook catastrofes als sprinkhanenplagen en dauwworm komen aan bod: hoe en wanneer te vasten om ze te voorkomen? En natuurlijk vele wonderverhalen, onder meer over de beroemde Choni, die een cirkel in het zand trok en binnen de cirkel verbleef totdat het Opperwezen het liet regenen.
Hoofdstuk 4 gaat over de priester- en tempelwaken, de daaraan deelnemende bevolkingsgroepen en de gebeden tijdens de Tempeldienst.
In de serie Het geschenk van Jacob wordt de Talmoed op toegankelijke en nauwgezette wijze in het Nederlands vertaald, verklaard en toegelicht. Ook de commentaren van de grote joodse geleerde Rasji zijn vertaald en door vertaler De Leeuwe van verklaringen voorzien. Eerder verscheen de vertaling van Traktaat Berachot (Zegenspreuken), in vijf delen. Talmoed Taäniet is 7 juni 2015 gepresenteerd in sjoel Amstellandziekenhuis, met medewerking van Marcel Möring, Opperrabbijn Binyomin Jacobs en rabbijn Wim van Dijk.
Jacob de Leeuwe (1950) is arts en groot kenner van de joodse traditie. Hij is de auteur van de serie Sefer Mattenat Jaäkov - Het geschenk van Jacob - waarin dit deel verschijnt. Door zijn ouders werd hij in de joodse traditie opgevoed en leerde Talmoed met de huidige Opperrabbijn van Amsterdam, A. Ralbag. De Leeuwe heeft talloze voorgangersfuncties binnen de joodse gemeenschap in Nederland vervuld en geeft cursussen voor beginners en gevorderden.