De Zeeuwse bodem is jong, uitgezonderd enkele plekken tegen de landsgrens aan. Resten van een fossiele 'Fauna Zeelandica' zijn bij die grens alleen te vinden in de oude strandafzetting van de groeve te Nieuw-Namen. Aan de oppervlakte ligt daar een fauna van een twee miljoen jaar oud, van dieren die daar toen geleefd hebben. Daarbuiten zijn de fossielen alleen aan het Zeeuwse strand te vinden. Dat blijkt een allegaartje van aangespoelde resten te zijn uit verschillende geologische tijden. Met het stromende water werden ze neergelegd op het strand, meegenomen uit verafgelegen geologische lagen. De Schelde en haar voorgangers hebben samen met de Noordzee aan dit vrijkomen en transport van fossielen bijgedragen. Tegenwoordig helpt de mens een handje mee via het verplaatsen van zeezand voor de kustverdediging (zandsuppletie).De genoemde groeve is opengesteld voor het publiek, maar niet voor het verzamelen van fossielen. De prille of geoefende fossielenliefhebber zal naar het strand moeten. Een paar stranden zijn vanouds bekend als goede vindplaats, het gaat om Cadzand/Het Zwin, de Kaloot/Rammekens en Westkapelle/Domburg. Daar spoelen fossiele haaientanden, schelpen en botjes aan. Sinds de aanvang van de grootschalige zandsuppleties zijn er vele fossielrijke stranden bijgekomen. Het karakter van de oude vindplaatsen is hierdoor deels ingrijpend veranderd. Het nieuwe zand is anders en wisselend van samenstelling, zodat het steeds weer een verrassing is welke fossielen er meegekomen zijn.Het leuke van het zoeken naar fossielen zit hem in de grote variatie van soorten uit diverse diergroepen; vaak al lang uitgestorven en deels voortlevend tot in onze tijd. Toeristisch gezien trekken de haaientanden de meeste aandacht. Kustplaatsen bieden badgasten informatie en middelen aan om op het strand aan de gang te gaan; het haaientandenzeefje uit Cadzand is daarvan een geslaagd voorbeeld. Fossiele schelpen en botten worden minder fanatiek gezocht, terwijl daar toch een fascinerend verhaal aan verbonden is. Schelpen uit tropische perioden liggen zomaar voor het oprapen. Men vermoedt aan de hand van sommige soorten nog een ver verleden met mangrovebos langs onze kust te herkennen.Dat dit verleden zich zo openbaart kan de aandacht voor fossielen bijzonder prikkelen. De Werkgroep Geologie van het Zeeuws Genootschap heeft ervaring met fossielen en wil de kennis met velen delen. Dat is de reden dat bij het 50-jarig jubileum van de werkgroep in 2016 de veldgids 'Zeeuwse strandfossielen - Fauna Zeelandica in de oertijd' is verschenen. Het gaat over voorwerpen die met het blote oog op het strand zijn te vinden, soms met wat dieper bukken. In het boek worden bijna 200 fossielen behandeld, waaronder 128 mollusken. Het boek is geheel in kleur gedrukt.