Het is opvallend dat Abraham zelden genoemd wordt als het gaat om de grote gestalten van de mensheid. Socrates leerde de mens zelf na te denken, Boeddha hielp de mens om te gaan met zijn lijden. Het lijkt erop dat Abraham te zeer met de religie wordt vereenzelvigd om universeel te kunnen zijn. Ten onrechte!
Abraham verschijnt voor ons in de verhalen die over hem worden verteld als een zoeker naar waarheid. Al is hij nog jong (of misschien juist daarom!), hij stelt zich niet tevreden met wat iedereen om hem heen gelooft en wantrouwt de onderdrukkende vormen van religiositeit. Die vindt hij beneden de menselijke waardigheid en een belediging van het heldere denken.
Als vreemdeling woont Abraham in het land, hij blijft als het ware 'een zwervende Arameeër', en hij kan gerust als beschermheer van alle vluchtelingen vandaag de dag gelden. Als 'vader van de gelovigen' overstijgt hij één enkele religie, of dat nu jodendom, christendom of islam is. Paulus ziet in Abraham de gestalte die jood en niet-jood samenbrengt, de Koran ziet in Abraham geen jood en geen christen, maar 'een oprecht mens, die zich aan God had overgegeven' (Koran 3:67). Ondanks deze universele visies is er ook strijd om Abraham. Kan hij een rol spelen in de toenadering tussen de drie religies, of zal hij een steen des aanstoots blijken te zijn?
In dit boek komen de drie Abrahamitische religies aan het woord over de gastvrijheid van Abraham. Die gastvrijheid houdt niet alleen een open huis in: het betekent ook een gastvrije houding ten aanzien van andere overtuigingen, een must voor onze samenleving.
Over de auteurs
Juliëtte van Deursen-Vreeburg is historica, afgestudeerd in de katholieke theologie en werkzaam als lerarenopleider Godsdienst-Levensbeschouwing bij Hogeschool Inholland. Prof.dr. Marcel Poorthuis is docent interreligieuze dialoog aan de Tilburg School of Theology van de Universiteit van Tilburg. Drs. Leo Mock is docent Judaïca aan de Tilburg School of Theology van de Universiteit van Tilburg.