Creativiteit wordt geprezen als de drijvende kracht en de belangrijkste vaardigheid van de eenentwintigste eeuw. Het debat over de oorsprong en het potentieel van creativiteit speelt zich voornamelijk af binnen het domein van de natuur- en sociale wetenschappen, en weinig in de humaniora. Gebruikmakend van inzichten uit deze velden, puttend uit ideeën van Parmenides, Spinoza, Goethe, Emerson, Nietzsche, Freud, Benjamin, Bergson, Deleuze, Spivak en vele anderen, stelt Jeroen Lutters dat creativiteit een kracht is die overal is en overal in door kan dringen. Zijn pleidooi is dat dit vermogen expliciet op alle niveaus van de samenleving moet worden ingezet, begrepen en onderwezen.
Door de bronnen en betekenis van creativiteit vanuit een actueel oogpunt te heroverwegen, onderzoekt Lutters de oorsprong van creativiteit, de kennis van creativiteit en de politiek van creativiteit. Lutters introduceert hiermee een nieuwe denktraditie over creativiteit; het creatief materialisme. Creative Theories of (Just About) Everything definieert hiermee een 'mogelijke wereld' waarin creativiteit deel uitmaakt van alles in de natuur. Het kennen en gebruiken van deze creatieve bron moet een vormende kracht zijn, niet alleen in de kunsten en in het onderwijs, maar ook in het heroverwegen van onze samenleving als geheel.
Het boek dient als inspiratiebron voor kritische en creatieve denkers, kunstenaars, kunsthistorici, filosofen, literair onderzoekers, cultuur- en sociale wetenschappers en iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp creativiteit.