Dinsdag 8 november 2016 heeft de Eerste Kamer het initiatief wetsvoorstel Normalisering rechtspositie ambtenaren aangenomen. De inwerkingtreding van deze wet zal (kortweg) tot gevolg hebben dat de ambtenaar in de toekomst een gelijke positie zal hebben als de werknemer in de private sector. Met andere woorden: de ambtenaar heeft nu een publiekrechtelijke (eenzijdige) aanstelling en dat moet een civiele (tweezijdige) arbeidsovereenkomst worden. Voor de genormaliseerde ambtenaar geldt dat deze, na invoering van het wetsvoorstel, vallen onder het Burgerlijk Wetboek. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst, waarbinnen ambtenaar en overheidswerkgever in principe vrijelijk afspraken kunnen maken. Dit vormt een fundamenteel verschil met de oude situatie. In het verlengde hiervan zal bij geschillen niet meer verplicht bezwaar en beroep hoeven te worden ingesteld. Bij geschillen zal de gang naar de kantonrechter moeten worden gemaakt.De rechtspositie van de ambtenaar wordt in het vervolg gevonden in af te sluiten cao's, personeelshandboeken en de inhoud van de individuele arbeidsovereenkomst. Er zijn ook uitzonderingsgroepen aangewezen die dus een publiekrechtelijke aanstelling houden.Vanwege de grote gevolgen die deze wijziging met zich mee gaat brengen is het van belang om de bepalingen van de nieuwe Ambtenarenwet mét bijbehorende toelichting goed te kennen. Met de Tekst en Toelichting Wet normalisering rechtspositie ambtenaren zijn de wijzigingen direct duidelijk en de parlementaire geschiedenis direct raadpleegbaar.