Deel I: de vlindermeditatie
De vlindermeditatie, een wilsmeditatie, werd door Rudolf Steiner in 1923 gegeven in een kritieke historische situatie; ook voor ons is dit nu heel actueel. Uiteraard moet een meditatie worden gedaan en niet worden uitgelegd; maar een beschouwing als deze in het eerste deel, waarin motieven in het blauwe venster van het eerste Goetheanum alsook het verhaal van de tempellegende erbij worden betrokken om tot begrip te komen, kan een hulp zijn om deze moeilijk toegankelijke meditatie ook uit te voeren.
Deel II: beproevingen van de ziel aan de afgrond
Het tweede deel wordt misschien pas bij nader inzien herkenbaar als een actueel heel belangrijke meditatie-inhoud. Hij biedt allereerst een hulp om de evangelietaal op de juiste manier te begrijpen. Hoe essentieel dit is, zie je vooral wanneer ze verkeerd wordt geïnterpreteerd, zoals bij de grondlegging van het institutionele christendom. Andere evangeliewoorden openbaren hun occulte betekenis überhaupt alleen aan diegene die de imaginatieve mysterietaal begrijpt. Dit wordt ontstellend duidelijk aan het voorbeeld van de drievoudige verloochening van de apostel Petrus. Zijn zielsbeproevingen en inwijdingsbelevenissen worden ook met de Grondsteenspreuk en de vlindermeditatie belicht.