Na de voorbereidende beschrijving van het eerste en derde onderdeel van de inwijdingsritus van de tempeliers wordt hier het tweede onderdeel van het driedelige ritueel beschreven. Het vormt - zowel in de onderhavige presentatie alsook in de historische realiteit - de kern waaromheen zich het hele proces tegen de tempeliers afspeelde. Het door marteling afgeperste prijsgeven van brokstukken van het tweede deel van de inwijding werd indertijd door de Franse koning Philips de Schone gebruikt als middel om de orde uit te roeien. Bovendien stelt het Document van Chinon, dat kortgeleden door het Vaticaan is gepubliceerd, de tempeliersbond blijvend in een kwaad daglicht. Deze regelrechte laster betreffende de christelijke ridderorde, die het werken vanuit de impuls van de heilige graal als grondslag had, is echter te weerleggen door geesteswetenschappelijk aan het licht gebracht inzicht en door de beschrijving van de inhouden van het tweede onderdeel van het ritueel.
Niet alleen worden de toenmalige geestelijke inspiratoren aangegeven, maar ook de verborgen lotsbepalende relatie tussen Philips de Schone, paus Clemens V en de buitengewone individualiteit van de laatste grootmeester van de tempeliers, Jacques de Molay, die ten grondslag lag aan de hele controverse.
De indrukwekkende schildering van de persoonlijke spirituele levensbeproeving van de grootmeester geeft een verhelderende blik op de achtergronden van zijn laatste herroeping en zijn daaropvolgende dood op de brandstapel.
Het boek eindigt met een ontroerend verslag over de laatste rituele bijeenkomst van de leiding van de orde en de betekenis hiervan voor de huidige en toekomstige mensheidsontwikkeling.