Officieren van justitie, strafrechters en politierechercheurs doen aan waarheidsvinding. Daartoe moeten ze eerst waarheid zoeken. Omdat genoemde waarheidzoekers (doorgaans) geen empirisch wetenschappelijke opleiding hebben, volgen ze ongemerkt de alledaagse regels van waarheidsvinding. Die regels werkenin het leven van alledag heel aardig. In de strafrechtcontext schieten die regels echter tekort. Daarbij komt dat de cognitieve instincten die ons in het alledaagse leven goed van pas komen, zich in de strafrechtcontext juist tegen ons keren. Juristen beginnen dus in feite onvoorbereid aan het proces van empirische waarheidsvinding.In dit boek bespreekt de wetenschapsfilosoof, prof. Ton Derksen, de tekortkomingen en valkuilen van de alledaagse praktijk van waarheidsvinding. Hij doet dit aan de hand van voorbeelden ontleend aan het leven van alledag, aan de wetenschap en aan de strafrechtcontext. Hij laat zien hoe onbegripvan die valkuilen de waarheidsvinding in vele rechtszaken tot loterij heeft gemaakt. Het boek biedt een analyse van waarheidsvinding voor elke waarheidsvinder, en in het bijzonder voor een ieder die geïnteresseerd is in het proces van waarheidsvinding in de strafrechtcontext.Ton Derksen is hoogleraar wetenschapsfilosofie. Hij publiceerde eerder het spraakmakende boek Lucia de B. dat de aanzet vormde tot een herziening van de zaak tegen deze Haagse verpleegster. Ook zijn latere boeken over de zaken van Hamers (Verkeerde plaats, verkeerde tijd), Louwes (Leugens over Louwes) en Baybasin (Verknipt bewijs) leidden.