Het Dhammapada bevat de essentie van uitspraken die Gautama Boeddha in honderden toespraken heeft gedaan en die kort na zijn dood door zijn arhats en discipelen werden verzameld. De eenvoud en logica van deze verzen over de dhamma (waarheid, deugd en wet) geven een duidelijk beeld van de praktische toepassing van boeddhistische waarheden. Het ontwikkelen van wijsheid, waakzaamheid, zelfbeheersing en vriendelijkheid wordt aanbevolen om onwetendheid, nalatigheid, begeerte en boosheid te overwinnen. Zo spoort de Boeddha ons aan om door eigen inspanning te streven naar het hogere in onszelf en het pad te betreden dat een eind maakt aan het lijden.