Onder de naam ‘El Pintor’ creëerden Galinka Ehrenfest en Jacob Kloot tussen 1941 en 1944 een serie schitterend vormgegeven, modernistische kinderboeken en -spellen. Gevarieerd, mooi, leerzaam, vol grapjes, een beetje stout en stimulerend voor de fantasie. De uitgaven van El Pintor waren tijdens de bezettingsjaren zeer gewild en werden in grote oplagen gedrukt en herdrukt. De winst werd gebruikt om onderduikers te ondersteunen en werk te bieden aan Joodse en antinazistische vrienden.
Galinka Ehrenfest (1910-1979) groeide op in een academisch milieu in Leiden. Van jongs af aan hield ze van tekenen, knutselen en (poppen)theater maken. Ze speelde op een viool die huisvriend Albert Einstein voor haar had gekocht.
De magische wereld van kinderen fascineerde haar en ze gebruikte haar artistieke talent om met hen te werken. De beginselen van Bauhaus waren haar op het lijf geschreven: het ging haar niet om de ‘kunst’, maar om de toepassing. In 1935 ging ze naar de Nieuwe Kunstschool in Amsterdam, waar ze haar latere echtgenoot Jacob Kloot (1916-1943) leerde kennen, die in 1943 werd opgepakt, gedeporteerd en vermoord in Sobibor.
Galinka publiceerde in 1946 El Pintor’s dierenparadijs, de hekkensluiter van de reeks. Daarna legde ze zich toe op het ontwerpen van meubels en het bouwen van woningen. Ze richtte speelwerkterreinen in waar kinderen tuinen konden aanleggen en hutten maken. In haar laatste jaren ijverde ze als Contra Mina voor het verbeteren van de positie van verzorgers van jonge kinderen.