Dit boek vertelt het boeiende verhaal van een kleine, maar vitale geloofsgemeenschap in Ter Apel. Wie het huidige sociaal-maatschappelijke leven wil begrijpen, krijgt een toegang met deze geschiedenis. Ze begint rond het jaar 1600 met een schets van de boerengemeenschap in Westerwolde en de bewoners van het klooster Domus Novae Lucis. Tijdens de geleidelijke overgang naar de Reformatie wordt de laatste prior de eerste predikant. In de negentiende eeuw, na de scheiding van kerk en staat, begint de vrijzinnigheid zich af te tekenen. Centraal staat de vraag hoe juist in Ter Apel, aan het einde van de bewoonde wereld, deze moderne manier van denken kan opkomen.Het boek portretteert een bonte verzameling predikanten met verlichte ideeën. Zij hechten evenveel aan verstand als aan geloof, tonen belangstelling voor cultuur, natuur en wetenschap en hebben afscheid genomen van het wondergeloof. Die gezindheid beïnvloedt de sociaaleconomische ontwikkeling van Ter Apel. De Kloosterkerk stimuleert het openbaar onderwijs. Ook de stad Groningen oefent invloed uit: zij benoemt de predikant en de schoolmeester-koster. In de twintigste eeuw ontwikkelt zich hier een open geloofsgemeenschap met ruimte voor verschillende opvattingen. Dit boek is de eerste eigentijdse studie naar de ontwikkeling van de vrijzinnigheid op het Groninger platteland. Het is gebaseerd op uitgebreid bronnenonderzoek.Gert van Klinken doceert kerkgeschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.Geert Luth, afkomstig uit Westerwolde, publiceert over genealogie, cultuur- en kerkgeschiedenis van de streek.luxe uitgave - groot formaat - rijk geïllustreerd met o.a. vele kunstafbeeldingen, - full color - 336 pagina's.