Studenten willen en moeten goed beslagen ten ijs komen voor de ‘Kennisbasistoets wiskunde’. Immers, hun studie hangt af van een voldoende resultaat op o.a. die verplichte toets. Het Oefenboek Wiskunde voor de pabo biedt hen die mogelijkheid.
Het boek bevat volop oefenstof – inclusief uitwerkingen – voor degene die:
behoefte heeft aan ‘opfrissen’, bijvoorbeeld vanwege de genoten vooropleiding;
nog eens extra wil oefenen om echt zeker te zijn ‘dat het wel goed zit’;
worstelt met de eigen gecijferdheid en extra oefening (met heldere uitwerkingen) nodig heeft.
Auteur Jaap de Waard is auteur van Handig met getallen 1a, 1b, 2a en 2b en een ervaren pabodocent. Het Oefenboek Wiskunde is inmiddels al enige tijd op de markt en is – tot vreugde van auteur en uitgever – (zeer) positief ontvangen.
Opbouw van Het Oefenboek
Het Oefenboek Wiskunde bevat 38 series van ieder 11 opgaven, elk voorzien van een duidelijke uitwerking. Een serie heeft altijd dezelfde opbouw:
Opgave 1,2 en 3 zijn afkomstig uit het domein Gehele getallen.
Opgave 4, 5 en 6 komen voort uit het domein Gebroken getallen.
De opgaven 7, 8 en 9 representeren de domeinen Meten en Meetkunde.
Opgave 10 gaat over het domein Verbanden.
Opgave 11 bevat tien goed/fout vragen met uitspraken die de theoretische kennis van de vijf domeinen testen.
Met de ruim 400 opgaven oefent de student op een vergelijkbaar niveau met de kennisbasistoets. De vaste opbouw van elke serie maakt het niet alleen mogelijk om een gehele toets te oefenen, maar ook om voor een specifiek domein te kiezen, bijvoorbeeld door steeds de opgaven 4 t/m 6 (domein 2) te maken.
Aansluitend op een serie opgaven zijn de uitwerkingen bij die opgaven opgenomen, herkenbaar aan de afwijkende (groene) kleur van de pagina. Die uitwerkingen zijn niet altijd de kortste of ‘handigste’ manieren, maar zijn zo gemaakt, dat ze ook bruikbaar zijn bij instructie aan kinderen.