'Succes heb je zelf in de hand; falen is je eigen schuld.' Dat is het ideaalbeeld van de prestatiesamenleving, waar alleen talent en inzet tellen. Winnaars in de competitie om maatschappelijk succes hebben een goedbetaalde baan die hun status en waardering verschaft. Maar waaraan ontlenen werklozen in activeringsprogramma's waardering als ze er ondanks al hun pogingen niet in slagen een betaalde baan te vinden? Hoe schermen ze zich af tegen het negatieve stereotype beeld van de 'luie profiteur', en hoe bestendigen zij hun zelfrespect?
Judith Elshout laat in een rijke empirische studie zien dat dat voor hen een hele worsteling is. Ze onderschrijven de meritocratische waarden als ze hun falen wijten aan gebrek aan inzet in het verleden of als ze een scherpe scheidslijn trekken tussen actieve en inactieve werklozen. Maar ze verwerpen die waarden ook door aan onbetaald (vrijwilligers)werk een hogere morele waarde toe te kennen. Toch is ook voor hen een 'echte' baan een betaalde baan. Niet alleen vanwege de geldelijke beloning, maar vooral ook door de symbolische betekenissen die aan 'loon' verbonden zijn. Kennis van die betekenissen helpt om de gevoelshuishouding van werklozen beter te begrijpen.