Zo lang als de automobiel bestaat, hebben de makers klanten geworven door reclame. Tegenwoordig veelal via de televisie, maar in vroeger dagen door betrouwbaarheidsritten, rally’s en racewedstrijden, en vervolgens door middel van drukwerk. Aan de opzet van een advertentie kan de huidige lezer in de eerste plaats aflezen voor wie het aangeprezen motorvoertuig bedoeld was. Als zo’n advertentie goed is opgesteld, kan men er ook de nodige informatie in vinden over de tijd waarin ze verscheen. Sommige autofabrikanten in de jaren twintig en dertig, een tijdvak waarin ‘advertising’ nog niet zo’n doorwrocht vak was als tegenwoordig, vonden het amper nodig hun producten te adverteren. Anderen spendeerden enorme jaarbudgetten om hun modellen via dag- en weekbladen onder de aandacht van het publiek te brengen. Adverteren speelde in elk geval een belangrijke rol als een fabrikant meer produceerde dan hij direct kon afzetten.