Stoom aan het IJ

kroniek van de Amsterdamse koopvaardij episode 1825-1912

Voorzijde
Achterzijde
33,00
Vandaag besteld,
morgen verzonden
+
Bestel
ISBN: 9789490495039
Uitgever: Stichting Booksupport
Verschijningsvorm: Paperback
Auteur: F.H.M. van der Heul
Druk: 1
Pagina's: 300
Taal: Nederlands
Verschijningsjaar: 2010
NUR: Maritiem

Het maatschappelijk kapitaal van de eerste Amsterdamse stoomvaartrederij werd opgebracht door koning Willem I, diens lijfarts en honderddertien aandeelhouders, onder wie hoofdstedelijke kooplui en bankiers. De vorst nam met vijfentwintig aandelen van duizend gulden elk in het bedrijf deel, terwijl Paul van Vlissingen duizend gulden inbracht. Alles bij elkaar vertegenwoordigde dit kapitaal een bedrag van vijfhonderdduizend gulden. Op 18 mei 1825 werden de statuten bij Koninklijk Besluit goedgekeurd en volgde de officiele oprichting van de N.V. Amsterdamsche Stoomboot Maatschappij. De Raad van Bestuur werd gevormd door Jb. Saportas, A. Scharff junior, J.A. Toelaer, A. Krook van Karpen en A. Roosenboom. Initiatiefnemer Paul van Vlissingen, zijn broer Frits en Diederik Bernardus Liedermooy werden benoemd tot directeur.

De ASM stelde zich ten doel om geregelde vaarten met stoomschepen te onderhouden tussen Amsterdam en Hamburg, Amsterdam en Londen en vervolgens ook op die steden die voor de rederij van belang waren. Nog in het oprichtingsjaar werd in Engeland de 22,9 meter lange The Monarch uit de vaart gekocht voor 75.753 gulden. Het was een makkelijk door zeven man te bedienen houten raderstoomschip van zesenzeventig ton met een vrij geringe diepgang, een voor die tijd gangbare hoge midscheeps geplaatste schoorsteen en twee langsscheeps getuigde masten. Hoewel de aankoop in strijd was met een van de voorwaarden van de verleende concessie, bleek het Amsterdamse gemeentebestuur op 15 juli van dat jaar bereid voor het maken van een tochtje op het IJ met het in Onderneming herdoopte schip. Tien dagen later werden de trossen losgegooid en vertrok de raderstoomboot met passagiers en wat vracht via Harlingen naar Cuxhafen en Hamburg. Werden de eerste vier reizen - passageprijs zestig gulden naar Hamburg, inclusief ontbijt en middagmaaltijd - dat jaar nog gemaakt onder gezag van van de Brit Hayward; in 1826 was het de heer C.B. Bos die de leiding aan boord kreeg en daarmee de geschiedenis is ingegaan als de eerste Amsterdamse stoombootkapitein.