Walter Benjamin schreef begin 1930 aan zijn vriend Gershom Scholem dat het zijn wens was om als de grootste Duitse literatuurcriticus te worden beschouwd. Een droom die hij in de ogen van velen heeft gerealiseerd, zij het postuum. Kritische portretten bevat een ruime selectie van Benjamins essays over literatuur. De selectie is gebaseerd op een uitgave die Benjamin voor ogen had, maar die tijdens zijn leven niet is verschenen. De rode draad is de ‘kritische portretkunst’: de essays vormen literaire portretten van auteurs. Sommige zijn inmiddels klassieke schrijvers (Baudelaire, Kafka, Proust), andere zijn minder bekend (Green, Jochmann, Walser). Het werk van de auteurs inspireert Benjamin tot filosofische beschouwingen over taal, journalistiek, theologie, (culturele) overlevering en de moderne ervaring.
Met deze publicatie is voor het eerst een groot aantal van Benjamins essays over literatuur in Nederlandse vertaling samengebracht.