Nederland staat vol met naoorlogse portiekflats. Deze type woningen, ooit gebouwd om in de woningnood na de Tweede Wereldoorlog te voorzien, zijn nu grotendeels verouderd, en voldoen niet meer aan de eisen en wensen van huidige bewoners en mogelijke nieuwe woningzoekenden. Een belangrijke vraag die gesteld kan worden is: Heeft de portiekflat nog toekomst?
De portiekflat in de U.J. Klarenstraat in Amsterdam-Slotervaart toont aan dat gedateerde portiekflats zeker nog niet afgeschreven hoeven te worden. De flat aan de Klarenstraat heeft een unieke transformatie doorgemaakt. Het verloederde gebouw uit 1956, naar een ontwerp van Ernest Groosman, met garages en bergingen in de plint en identieke flatjes van 75 m2 aan weerskanten van de trappenhuizen, werd in opdracht van 30 kopers door Urbannerdam/Vanschagen Architecten getransformeerd tot een eigentijds appartementencomplex met woningen die allemaal verschillend zijn van grootte en indeling. Van de plint tot en met het dak is het gebouw opnieuw verkaveld volgens de individuele wensen van de nieuwe bewoners, die als groep door middel van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap de verbouwing van het casco hebben aangestuurd. Dit boek beschrijft vanuit verschillende standpunten deze succesvolle transformatie. Onder redactie van Patricia van Ulzen, Antoin Buissink, Simea Knip en Rufus de Vries, met tekstbijdragen van Vincent van Rossem, Patricia van Ulzen, Rufus de Vries, Arjan Gooijer, Sander Gelinck, Maaike Schravesande.