Onder leiding van professor Philip Kohnstamm onderzoekt een onderwijscommissievan de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in 1924 het daltononderwijs in Engeland. De commissieleden doen enthousiast verslag over de brede persoonsontwikkeling die de onderzochte scholen voorstaan en de flexibele wijze waarop het onderwijs is georganiseerd. Op basis van haar ervaringen stelt de commissie voor het volksonderwijs in Nederland inhoudelijk en organisatorischte vernieuwen. Nog in hetzelfde jaar leidt hun rapportage tot de opzet van de eerste daltonexperimenten in Nederland. Sindsdien maakt het daltononderwijsdeel uit van het Nederlandse onderwijsbestel.Daltononderwijs in Nederland schetst de geschiedenis van het Nederlandse daltononderwijs vanaf de eerste experimenten uit 1924 tot nu. Tegenwoordig blijkt het daltononderwijs zeer succesvol - er zijn ruim 400 daltonscholen in Nederland -, maar dat is in haar 90-jarige historie niet altijd het geval geweest.Daltononderwijs in Nederland beschrijft de ideeënwereld van de daltonpioniersen de pragmatiek van de daltonpraktijk in een viertal periodes (1924-1940,1940-1945, 1945-1979 en 1979-2014) en verklaart de 'ups' en 'downs' vandeze traditionele vernieuwingsbeweging in de tijd aan de hand van een vijftalfactoren: tijdgeest, pioniers en gebruikers, de rol van de overheid, ontwikkelingen in de theorie en wetenschap en opbouw van een organisatie.René Berends en Luuck Sanders zijn werkzaam aan de Academie voor Pedagogiek en Onderwijs van Saxion in Deventer als hoofddocent en onderzoeker. Beiden zijn ook daltonopleider.